Voor werkgevers: De 3 meest onderschatte onderhandelingsfouten bij een vaststellingsovereenkomst (VSO)

En hoe jij als werkgever zorgt voor een uitkomst die juridisch klopt én menselijk werkt
Het begeleiden van een vaststellingsovereenkomst (VSO) is zelden een standaardklus. Vaak speelt er méér dan alleen ‘ontslag met wederzijds goedvinden’. Emoties lopen op, belangen botsen en ondertussen tikt de klok. Een fout die veel werkgevers maken? Zelf het wiel willen uitvinden.
In dit artikel neem ik je mee in drie vaak onderschatte factoren die het verschil maken tussen een verstandige onderhandeling en een kostbare misser.
1. De factor tijd – jouw onzichtbare tegenstander
Zodra je als werkgever een VSO-traject opstart, begint er ongemerkt een klok te tikken. Waarom?
Omdat het dienstverband formeel nog doorloopt – ook als de werknemer tijdelijk is vrijgesteld van werk of langdurig ziek is. En zolang dat dienstverband loopt, lopen ook de kosten door: loondoorbetaling, vakantiedagen, opbouw van rechten, enzovoort.
Toch wordt er vaak getalmd. Soms uit voorzichtigheid, soms omdat je de werknemer tijd wil geven om ‘eraan te wennen’. Maar die tijd werkt vaak niet in jouw voordeel.
Een werknemer die lang nadenkt of overleg voert met derden, kan opeens rechtsbijstand inschakelen, zich ziekmelden of het aanbod afwijzen omdat “het toch niet meer goed voelt”.
Kortom: tijd is geen neutrale factor – het is een strategisch element.
Hoe eerder je dit erkent, hoe beter je kunt sturen op een uitkomst die werkbaar én betaalbaar is.
2. De factor: wat wil de werknemer écht?
De meeste werkgevers focussen in een VSO op de juridische kant: de transitievergoeding, de einddatum, het concurrentiebeding. Maar er zit nog iets onder, iets wat je maar zelden in een modelcontract vindt: de persoonlijke drijfveren van de werknemer.
Stel: je medewerker zegt ‘ik wil vooral rust’ of ‘ik trek dit psychisch niet meer’. Dan weet je meteen: deze persoon zit niet te springen om herplaatsing of een andere interne functie. Als je dat soort informatie boven water krijgt, kun je een voorstel doen dat inhoudelijk aansluit bij waar de werknemer écht behoefte aan heeft.
En dat levert vaak snellere, soepelere en zelfs goedkopere oplossingen op.
Het vraagt wel om goed luisteren – of iemand naast je die dat voor je doet. Iemand die door de woorden heen luistert naar het signaal erachter. Want dáár zit de ruimte in je onderhandeling.
3. De factor emotie – jouw valkuil als werkgever
Een VSO-traject kan veel losmaken – ook bij jou als werkgever. Misschien voel je je verraden (“we hebben hem alles gegeven”), onmachtig (“ik krijg haar nergens meer gemotiveerd voor”) of onder druk gezet (“ze dreigt met een advocaat”).
En dat is logisch. Maar het is ook link.
Want zodra je als werkgever gaat reageren vanuit emotie, verlies je je onderhandelingspositie. Je maakt het persoonlijk, en dan worden zakelijke beslissingen ineens onvoorspelbaar en duur.
De oplossing?
Zorg dat je iemand aan jouw kant hebt die wél koel blijft. Een adviseur die weet hoe dit spel werkt, én die jouw bedrijfsbelang helder voor ogen houdt – zonder de menselijke kant uit het oog te verliezen.
Tot slot: knutsel niet zelf aan je VSO-traject
Een vaststellingsovereenkomst is geen kwestie van een sjabloon downloaden en handtekeningen zetten. Het is een juridisch én menselijk proces, dat vraagt om inzicht, ervaring en strategisch handelen.
Laat je daarom begeleiden door iemand die:
- Ervaring heeft met VSO-trajecten en verzuim
- De wet- en regelgeving kent
- Oog heeft voor het individu, maar jouw organisatie als uitgangspunt neemt
Anders gezegd: ga niet zelf zitten etteren. Dat komt je als werkgever zelden ten goede.